Menu

BARANÁ FEAT. CEYLAN ERTEM | XENOPOLIS

De Turks-Nederlandse band Baraná verrast keer op keer met kruisbestuivingen van Turkse muziek en uiteenlopende genres van over de hele wereld. Een ontmoeting met de hippe jonge zangeres Ceylan Ertem biedt het gezelschap de gelegenheid om eigenzinnige popmuziek te maken die uitstijgt boven de mierzoete hits van de Turkse radio. Ceylan staat centraal in het project Xenopolis, op basis van beats en samples van percussionist Sebastian Demydczuk en gekruid door improvisaties van cellist Ernst Reijseger. 

 
 
Lees hier een interview van René van Peer met Baraná op de site van MixedWorldMusic.

 
 
CD-recensie van Ton Maas
in de Volkskrant
(07-12-2011):

Wie enigszins bekend is met het werk van Baraná, het
samenwerkingsverband van rietblazer Steven Kamperman en zanger en
multi-instrumentalist Behsat Üvez, weet dat Turkije in hun muziek nooit ver weg
is, evenmin als een gezonde dosis speelse improvisatie.

De nieuwe weg die
ze nu inslaan met behulp van de jonge Turkse zangeres en performancekunstenares
Ceylan Ertem, leidt al meteen in het openingsnummer tot heftige klanktaferelen
die qua dwingende urgentie niet onderdoen voor King Crimson. Van gitarist Jeff
Sopacua kon dat worden verwacht, gezien zijn staat van dienst in pop en rock,
maar ook percussionist Afra Mussawissade blijkt stevig te kunnen beuken en Ernst
Reijseger laat zijn cello waar nodig gieren en krijsen. Toch is dit in de eerste
plaats luistermuziek. Niet zozeer vanwege de niet altijd even simpele
maatsoorten, maar omdat de composities en uitgekiende arrangementen voortdurend
blijven boeien
.


Vijf sterren concert-recensie van concert in Grounds (Rotterdam) door Ton Maas
in de Volkskrant
(13-12-2011):


WARMBLOEDIG EN ADEMBENEMEND

De verrassing van Xenopolis is de bij toeval gevonden zangeres
Ceylan Ertem.

Waarom zou je met
wereldmuziek geen jonger publiek kunnen bereiken, vroegen Steven Kamperman en
Behsat Üvez zich af. Dus besloten ze om voor de eerstvolgende incarnatie van hun
groep Baraná op zoek te gaan naar muzikanten die daarbij behulpzaam konden zijn.
Gesampelde loops en beats vormden het vertrekpunt voor een reeks composities met
Istanbul als verbindend motief. Deze metropool symboliseert voor beide mannen
een kruispunt tussen traditie en moderniteit waar Oost en West elkaar ontmoeten.
Maar van valse romantiek is geen sprake, want ook de van gemeentewege bevolen
verwoesting van de zigeunerwijk Sulukule wordt aan de orde gesteld.

Het
project Xenopolis waarmee Baraná nu door het land toert, wordt gekenmerkt door
eigentijdse en dansbare grooves, zij het met een verraderlijke onderstroom van
ritmische complexiteit. Zo geeft Sebastian Demydchuk halverwege de avond een
indrukwekkende drum-solo ten beste in negen-achtste, bijgestaan door Üvez op
darbouka (vaastrommel) en door Ernst Reijseger, die het ritme klopt op de
klankkast van zijn cello. Ook rockgitarist Jeff Sopacua blijkt met de exotische
ritmes geen enkele moeite te hebben, getuige de moeiteloos aangebrachte funky
accenten en bijtende solo’s. Als Reijseger zijn klassieke cello inwisselt voor
een kastloos elektrisch exemplaar en dat vervolgens bespeelt als ware het een
basgitaar, staat er afgezien van Behsats baglama (Turkse langhalsluit) in feite
een moderne rockband op het toneel.

Een verrassing van Xenopolis is de
bij toeval via YouTube gevonden Turkse zangeres Ceylan Ertem. De clip Panik
Atak, waarin ze op onnavolgbare wijze al haar fobieën en angsten bezingt, bracht
Üvez en Kamperman ertoe haar te benaderen voor dit project.

Haar deelname
heeft heel wat voeten in de aarde, vanwege vliegangst is ze per auto vijf dagen
onderweg vanuit Istanbul naar Nederland. Angst voor de bühne heeft ze gelukkig
niet en qua charisma en muzikale eigenzinnigheid kan ze het moeiteloos opnemen
met iemand als zangeres Björk. Bovendien heeft ze de stembeheersing van een
klassiek geschoolde zangeres, zonder zich overigens naar enig keurslijf te
voegen. Van ijzingwekkende uithalen reikt haar stem via warmbloedige
middenregisters en verleidelijk gekoer tot in de gruizige diepten van de
Centraal-Aziatische keelzang, mede dankzij vlekkeloze microfoontechniek en wat
effectapparatuur. Ondanks de ogenschijnlijke razernij waarmee ze soms uithaalt,
wordt alles met extreme precisie uitgevoerd.

Individueel talent is geen
garantie voor groepsprestaties, maar dankzij een onmiskenbare onderlinge klik
brengen deze zes muzikanten elkaar en daarmee het geheel naar grote hoogten, met
een reeks adembenemende momenten tot gevolg.
 

Ceylan Ertem stem, Behsat Üvez stem/elektronica/saz/percussie, Steven Kamperman sax/samples, Jeff Sopacua gitaar, Ernst Reijseger cello, Sebastian Demydczuk percussie/samples